Wat zegt de wetenschap?
Harold Bekkering is hoogleraar cognitieve psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij doet onderzoek naar wat mensen nodig hebben om zich te ontwikkelen.
“Een leerling als Tirzah heeft individuele aandacht nodig”, legt Harold uit. “Vaak worden leerlingen als onderdeel van de klas gezien, maar dat gaat voor veel van hen niet op. Dus je zal toch naar ze moeten kijken als individu. De jongere centraal stellen met de vraag: hoe wil jij je ontwikkelen? Waar heb je behoefte aan?” Hoe je dat specifiek aanpakt, vindt de hoogleraar juist om die reden lastig om te zeggen: “Dat is het probleem, je kunt hier geen protocol voor ontwikkelen. Er bestaan nu eenmaal grote individuele verschillen. De meeste omgevingen zijn ingericht op het typische kind.” Maar, benadrukt Harold: “Dat bestaat helemaal niet. Je zal samen met ze in gesprek moeten gaan over motivatie en cognitieve vermogens.”
Drie elementen van ontwikkeling
Volgens Harold zijn drie dingen van groot belang voor de ontwikkeling van een jongere: verbinding, gevoel van competentie en autonomie. “We halen lang niet genoeg uit talenten omdat we veel te weinig meedenken vanuit het kind. In speciale gevallen komt dat heel erg naar voren, maar eigenlijk geldt het voor ieder kind. We denken te veel vanuit de voorgeschreven leerstof.”
Tirzah wordt vaak afgewezen omdat ze te veel begeleiding nodig zou hebben. “Als je telkens negatieve ervaringen hebt, neemt je gevoel voor competentie af.” Vanaf het begin aandacht hebben voor een leerling als Tirzah, zorgt er niet alleen voor dat zij meer succeservaringen opdoet, maar ook dat ze daardoor veel kostbaarder wordt voor de samenleving. “Iedere jongere heeft zoveel meer talent in zich dan nu benut wordt. Ze kunnen een heel positieve bijdrage leveren aan de samenleving als ze wat meer begeleiding krijgen. Het onderwijs zal veel meer oog moeten hebben voor het individu.”