Jan Fasen is één van de oprichters van Agora Onderwijs. Bij Agora hebben ze geen lesrooster of toetsen. “We geven elk kind voldoende tijd en ruimte om te ontdekken wie ze zijn, waar ze naar toe willen, hoe ze dat het beste samen kunnen doen – en uiteindelijk halen ze ook hun diploma.”
Je moet jongeren zoals Mo perspectief bieden, vindt Jan. “Dat doe je allereerst door ze te laten merken dat je blij bent dat ze er zijn. Ten tweede zorg je dat je naar de kinderen luistert en laat merken dat je hun verhaal wilt horen. En punt drie: heb het met ze over hun ontwikkeling en hun toekomst. Over groeien, over bloeien, over mooie dingen. Een kind wil perspectief op een mooie toekomst. Ze willen ergens goed of beter in worden.”
Menselijk zijn
Wat heel belangrijk is volgens Jan, is dat je je menselijk gedraagt in contact met jongeren. “Kinderen zijn mensen en ik ben een mens. Laat zo’n kind voelen dat anderen in hem geïnteresseerd zijn. Wat voor kind het ook is, wat voor stickers er ook op zijn voorhoofd zitten, kijk erdoorheen naar het jonge mens dat daar zit. En ga een gesprek met elkaar aan.” Dat hoeft in eerste instantie niet eens over onderwijs te gaan, zegt Jan. “Misschien gaat het wel over z’n favoriete games, of over mijn hobby’s. Maar laat kinderen merken dat je er iedere dag voor ze kan zijn. Je zegt daarmee: ‘Kom morgen weer, want dan ben ik hier ook!’”