menu Menu

Thuiszitter

Mo is een vijftienjarige jongen die de gemengde leerweg volgt op het vmbo. Hij heeft er genoeg vrienden, maakt zelden ruzie, deed altijd goed zijn best – maar inmiddels al zit hij al een half jaar thuis.

Mo heeft een droom: hij wil ondernemer worden. Maar iedere keer dat hij in de les zit denkt hij: wat doe ik hier? Mo zet zich niet meer in tijdens de les en weigert op een gegeven moment zelfs om nog te komen.

Uiteindelijk heeft hij zoveel verzuimd dat hij voor de rechter moet komen. Zowel school, justitie als zijn ouders zoeken het probleem bij hem. Docenten benaderen Mo inmiddels als een lastige leerling, waardoor hij het gevoel krijgt dat zijn leraren hem ‘gewoon niet moeten’. Het resultaat? Een getalenteerde jongen die onnodig thuis op de bank zit.

StroomOp Thuiszitter
curls background
“Waarom ga je niet gewoon naar school?”

Wat zegt de wetenschap?

Sanne Pronk is projectmanager bij iHUB, een organisatie waar jeugdzorg, speciaal onderwijs en jeugd-ggz onder één dak plaatsvindt. Ze deed onderzoek naar de eerste locatie van School2Care (onderdeel van iHUB), een onderwijszorglocatie met een vernieuwende aanpak voor jongeren die ernstige problemen hebben.

Jongeren als Mo komen Sanne bekend voor. “Zo’n negatieve spiraal waarin je als kind terecht komt en waardoor je uiteindelijk het vertrouwen in jezelf en anderen verliest, dat herken ik ook heel erg bij veel kinderen die ik gesproken heb voor mijn onderzoek. Om te voorkomen dat iemand uiteindelijk thuiszitter wordt, is het in de eerste plaats belangrijk dat jongeren zich gezien voelen. Als ze zich niet verbonden voelen met iemand anders en met de school, dan is de kans dat ze uitvallen veel groter.”

Verloren op het voortgezet onderwijs

“Wat in mijn onderzoek naar voren kwam, is dat jongeren het op het basisonderwijs vaak nog wel redden. Dan hebben ze het over die ene leerkracht die de hele dag voor dezelfde klas staat en hen dus kent. Maar als ze op het voortgezet onderwijs komen, dan voelen ze zich daar toch wat verloren.” Hoe kun je onderwijs zo inrichten dat jongeren zich verbonden voelen met elkaar en met de docenten? Bijvoorbeeld door samen te lunchen, vertelt Sanne, of door elke ochtend als mentor even te vragen hoe de dag eruit ziet en hoe het met een jongere gaat. “Dat kan een groot verschil maken!”

Wat kun je in de praktijk doen?

Albert van der Ploeg is teamleider van Portalis VSO Groningen, een open school voor voortgezet speciaal onderwijs (vso). Portalis biedt plek aan tachtig leerlingen die zijn vastgelopen in het onderwijs en op andere scholen niet meer welkom waren.

“Als je het hebt over een leerling als Mo, dan zijn wij allang blij als onze jongeren een plan hebben. De meeste kinderen die bij ons komen, hebben juist geen plan en een heel moeizame of geen schoolgang achter de rug. Het is lastig om ze dan weer naar school te krijgen om een succeservaring te hebben. Bij onze leerlingen hebben negatieve ervaringen vooral geleid tot thuiszitten”, vertelt Albert. Hoe krijg je iemand weer gemotiveerd na zulk soort negatieve ervaringen? Wanneer een leerling op school komt, ga je als het ware een contract met elkaar aan, vertelt Albert. “We gaan met elkaar iets beginnen, maar dan moeten we van tevoren al met elkaar een duidelijk doel hebben. Dat moet een eerlijk verhaal zijn.”

Samen doelen stellen

“Als een kind in de leeftijdscategorie van vijftien tot zestien zit, dan krijg je al veel meer mogelijkheden om te onderzoeken of iemand als Mo inderdaad op de juiste plek zit. Zo’n jongen moet een perspectief hebben. Als hij een doel heeft, dan is tijdens onze intake de eerste vraag: wil je daar echt voor gaan? Ja? Nou, dat is hartstikke mooi! Wil je dolgraag ondernemer worden? Dan zal je daar wel wat voor over moeten hebben. Er zijn nu eenmaal bepaalde certificaten die je moet halen om naar een mbo te kunnen. In het geval van Mo zou ik daar vooral op insteken. Het halen van die certificaten en hoe dat hem gaat helpen bij het bereiken van zijn doelen.”

Jan Fasen is één van de oprichters van Agora Onderwijs. Bij Agora hebben ze geen lesrooster of toetsen. “We geven elk kind voldoende tijd en ruimte om te ontdekken wie ze zijn, waar ze naar toe willen, hoe ze dat het beste samen kunnen doen – en uiteindelijk halen ze ook hun diploma.”

Je moet jongeren zoals Mo perspectief bieden, vindt Jan. “Dat doe je allereerst door ze te laten merken dat je blij bent dat ze er zijn. Ten tweede zorg je dat je naar de kinderen luistert en laat merken dat je hun verhaal wilt horen. En punt drie: heb het met ze over hun ontwikkeling en hun toekomst. Over groeien, over bloeien, over mooie dingen. Een kind wil perspectief op een mooie toekomst. Ze willen ergens goed of beter in worden.”

Menselijk zijn

Wat heel belangrijk is volgens Jan, is dat je je menselijk gedraagt in contact met jongeren. “Kinderen zijn mensen en ik ben een mens. Laat zo’n kind voelen dat anderen in hem geïnteresseerd zijn. Wat voor kind het ook is, wat voor stickers er ook op zijn voorhoofd zitten, kijk erdoorheen naar het jonge mens dat daar zit. En ga een gesprek met elkaar aan.” Dat hoeft in eerste instantie niet eens over onderwijs te gaan, zegt Jan. “Misschien gaat het wel over z’n favoriete games, of over mijn hobby’s. Maar laat kinderen merken dat je er iedere dag voor ze kan zijn. Je zegt daarmee: ‘Kom morgen weer, want dan ben ik hier ook!’”

Lessen en tips

  1. Luister naar jongeren en neem hun wensen serieus
    Laat merken dat je hun verhaal wilt horen, praat met hen over hun dromen en toekomst, en koppel daar doelen en motivatie aan.

  2. Wees oprecht, duidelijk en menselijk in het contact
    Eerlijkheid en interesse in wie de jongere is maken het verschil. Wees een mens tegenover een mens, niet alleen een docent tegenover een leerling.

  3. Zorg voor perspectief en motivatie
    Help jongeren zien hoe school hen kan helpen hun eigen doelen te bereiken. Geef ze zicht op ontwikkeling en een betekenisvolle toekomst.

  4. Creëer verbondenheid en vertrouwen
    Zorg dat er iemand is bij wie ze terechtkunnen. Check regelmatig hoe het gaat, bijvoorbeeld door vaste momenten in te bouwen voor contact.

  5. Bouw aan een veilige gemeenschap
    Stimuleer onderlinge verbondenheid door samen te lunchen, af en toe in te checken, of informele gesprekken te voeren – ook over games of hobby’s.

Meer weten?

Dit praktijkvoorbeeld is een ingekort verhaal uit het werkboek Werkend onderwijs. Lees het volledige verhaal en andere praktijkvoorbeelden hier!

> Werkend onderwijs (pdf)

curls background

Ben jij ook een interessant praktijkvoorbeeld tegengekomen?

hashtag